Ketenaansprakelijkheid voor loon per 1 januari 2017 van toepassing op wegvervoer en expeditie

Door Maarten Kalkwiek – advocaat in Arbeidsrecht, Commerciële geschillen op 2016-11-15

Minister Asscher kondigde op 14 juli 2016 aan dat de WAS waarschijnlijk per 1 januari 2017 op vervoer en expeditie van toepassing zou worden. Die deadline lijkt te worden gehaald. Wegvervoerders en expediteurs opgelet dus, maar met name voor expediteurs is er veel onduidelijkheid en veel constructies zijn van de WAS uitgezonderd.

Dat de WAS hoogstwaarschijnlijk op 1 januari 2017 wordt ingevoerd, blijkt uit het feit dat de daarvoor vereiste wijzigingswet – voluit de ‘Wet van 26 oktober 2016 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de uitbreiding van de aansprakelijkheid voor de voldoening van het verschuldigde loon aan de werknemer die arbeid verricht ter uitvoering van een overeenkomst van goederenvervoer over de weg of een overeenkomst tot het doen vervoeren van goederen over de weg’ – is gepubliceerd in het Staatsblad van 8 november 2016 (Stbl. 2016, nr. 420). Daarmee treedt de WAS anderhalf jaar na inwerkingtreding voor de meeste andere sectoren ook in werking voor transport en expeditie, althans in sommige branches, en ook dan niet altijd.

De WAS is namelijk niet van toepassing op overeenkomsten tot passagiersvervoer, op multimodale vervoerovereenkomsten of overeenkomsten tot vervoer over zee, binnenwateren, door de lucht of door pijpleidingen. De redenen hiervan zijn volgens mij niet echt overtuigend. De minister spreekt van “het internationale karakter en de juridische complexiteit in andere vervoersectoren” en meent dat overeenkomsten tot gecombineerd vervoer weinig voorkomen. In het personenvervoer doen zich volgens de minister minder problemen voor (Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 34 461, nr. 3, p. 6). Het komt mij voor dat wegvervoer niet meer of minder complex is dan vervoer over zee of binnenwater of door de lucht. Ook wegvervoer kent een internationaal verdrag (de CMR). Dat overeenkomsten tot gecombineerd vervoer weinig voorkomen, lijkt mij de kat op het spek binden. In elk geval is dit een open uitnodiging van de minister aan bepaalde bedrijven om van deze rechtsfiguur – waar mogelijk – meer gebruik te maken. En waarom ook niet? Qua aansprakelijkheid verandert er immers weinig aangezien schades/verliezen/vertraging moeten worden afgehandeld volgens de regels die gelden op het traject waar het probleem zich voordeed. De vraag dringt zich op waarom de minister de WAS überhaupt beperkt tot bepaalde categorieën overeenkomsten. Waarom is de WAS niet van toepassing op overeenkomsten tot bewaarneming (het loodswezen)? Of op de reisovereenkomst (reisorganisatiebureaus)? Of op de wet op de lijkbezorging? Verdient iedereen niet het aan hem verschuldigde loon en waarom mag de een wel en de ander niet de opdrachtgever van zijn baas aanspreken?

En waarom worden luchtvervoer, zeevervoer en binnenwater uitgesloten maar expeditie niet? En stel dat de expediteur de zeevervoerovereenkomst zelf uitvoert? Wettelijk gezien verandert hij dan van expediteur naar zeevervoerder (art. 8:61 BW). Is de WAS dan opeens niet meer van toepassing? Het lijkt erop dat de praktijk het maar weer zelf moet uitvinden. Feit is in elk geval dat veel niet-bedoelde (arbitraire) keuzes lijken te zijn gemaakt en het weer aan de praktijk is om er kaas van te maken.