Wet flexibel werken aangenomen

op 2015-05-31

Op 14 april jl. heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Wet flexibel werken aangenomen. De wet beoogt flexibel werken te bevorderen door de Wet aanpassing arbeidsduur (Waa) om te vormen tot de Wet flexibel werken (Wfw). De wet beoogt te bevorderen dat werknemers meer mogelijkheden krijgen om bijvoorbeeld te telewerken en op hen voor gunstige tijden te werken.

Door toevoeging van de begrippen ‘arbeidstijden’ en ‘plaats’ wordt ieder verzoek tot flexibel werk mogelijk en kunnen werknemers bij hun werkgevers voor iedere vorm van flexibel werken een verzoek indienen. Nu kunnen werknemers alleen een verzoek doen het aantal uren aan te passen. De termijn waarbinnen een werknemer een dergelijke aanvraag kan doen, wordt met deze wet verkort van een jaar naar een half jaar na aanvang van het dienstverband. Na afwijzing of inwilliging van een verzoek moet de werknemer een jaar wachten voordat hij een nieuw verzoek mag doen.

In de wet is de mogelijkheid opgenomen dat een werkgever bij gewijzigde feiten of omstandigheden terug kan komen op een positieve beslissing over een werknemersverzoek tot aanpassing van de arbeidstijd of arbeidsplaats. Het moet dan gaan om belangen die zijn ontstaan na het nemen van de beslissing, dat wil zeggen om nieuwe belangen, die op een eerder moment niet meegenomen konden worden. Voorts moet het, als het gaat om een aanpassing van de werktijd, gaan om zwaarwegende dienst- of bedrijfsbelangen. Ook moet er vooraf overleg zijn gevoerd met de werknemer en moet de werkgever tot slot de beslissing schriftelijk en gemotiveerd aan de werknemer meedelen. Ter zake de arbeidsduur is zonder wederzijdse instemming geen herziening mogelijk.

De wet zal alleen van toepassing zijn op werkgevers die meer dan 10 werknemers in dienst hebben.

​Het is nog niet duidelijk wanneer de wet in werking treedt. Het initiatiefwetsvoorstel moet nog door de regering worden bekrachtigd.