Hoge Raad 8 april 2016: Heffing griffierecht in strijd met recht op toegang tot de rechter

Door Maarten Kalkwiek – advocaat in Commerciële geschillen op 2016-04-18

De Hoge Raad heeft bij arrest van 8 april 2016 bepaald dat het heffen van griffierecht onrechtmatig kan zijn. In de door de Hoge Raad berechte zaak ging het om uitgeprocedeerde asielzoekers zonder financiële middelen.

Het volgende was aan de hand. In 2013 kraakten de asielzoekers een parkeergarage van de gemeente Amsterdam. Nadat de gemeente probeerde de asielzoekers uit de parkeergarage te krijgen vanwege huisvredebreuk stapten de asielzoekers naar de rechter. De asielzoekers vorderden dat het de Staat en de Officier van Justitie zou worden verboden om op strafrechtelijke gronden tot ontruiming van de garage over te gaan. Aanvankelijk boekten de asielzoekers succes bij de rechtbank. Het hof wees de vorderingen echter af, waarna de asielzoekers cassatieberoep hebben ingesteld.

De cassatieadvocaat verzocht de griffier van de Hoge Raad om geen griffierecht te heffen omdat de asielzoekers onvermogend zijn. De griffier wees dit verzoek af met het argument dat de Wet griffierecht in burgerlijke zaken (hierna: Wgbz) hem daartoe geen ruimte bood. Vervolgens hebben de asielzoekers op grond van art. 29 lid 1 Wgbz verzet aangetekend tegen de beslissing van de griffier. De centrale stelling van de asielzoekers was dat het feit dat zij onvermogend zijn er niet toe mag leiden dat zij geen toegang tot de rechter hebben.

De Hoge Raad oordeelde dat het verzet gegrond is. Een ieder heeft het recht op toegang tot de rechter. Bij de beoordeling van de vraag of dit recht wordt geschonden moet een afweging plaatsvinden waarin de hoogte van het griffierecht en de draagkracht van de rechtzoekende worden betrokken. Gelet op het “geheel ontbreken van financiële middelen bij [de asielzoekers] komt de heffing van griffierecht in dit geval neer op een ontoelaatbare belemmering van het recht op toegang tot de rechter”, aldus de Hoge Raad. De asielzoekers hoeven dus geen griffierecht te betalen.

Andere rechters gingen de Hoge Raad voor. Zie de conclusie van AG Wesseling-Van Gent voor een nuttige uiteenzetting. Het lijkt mij vanzelfsprekend dat het griffierecht niet een zodanige drempel mag creëren dat een rechtzoekende niet naar de rechter kan. Het is echter wel nodig om bij een verzoek om geen griffierecht te heffen de griffier op de juiste rechtspraak te wijzen. Zelfs de griffier van de Hoge Raad kan daarmee niet bekend worden verondersteld.