Hoge Raad 18 december 2015: Onbeperkte aansprakelijk wegvervoerder voor onjuiste gegevensverstrekking

Door Maarten Kalkwiek – advocaat in Commerciële geschillen op 2016-01-05

De Hoge Raad heeft op 18 december 2015 een voor wegvervoerders bijzonder belangrijk arrest gewezen. Het ging om een veel voorkomende situatie van vervoer naar een locatie buiten de EU, in dit geval van Nokia-artikelen van Nederland via Finland naar Moskou.

Verschillende vervoerders waren bij het transport betrokken. Het laatste deel van het traject, van Finland naar Moskou, werd door een lokale vervoerder verricht. Deze vervoerder moest ook de douanedocumenten voor uitvoer uit de EU (carnet-tirs) opstellen. Van een vervoerder die verantwoordelijk was voor een eerder deel van het traject kreeg hij daartoe laadreferentienummers, maar die bleken later onjuist te zijn. Door deze fout waren de douanedocumenten onjuist opgesteld en bij controle werden twee containers met Nokia-artikelen door de Russische douane achtergehouden. Pas na een rechterlijke uitspraak werden de containers weer vrijgegeven.

Dit alles had voor de opdrachtgever opslagkosten en boetes van ruim € 82.000 tot gevolg. De opdrachtgever vorderde dan ook dat de vervoerder die de verkeerde gegevens had verstrekt deze schade aan hem zou vergoeden.

Het hof wees de vordering af op grond van het internationaal wegvervoerverdrag (de CMR). Op grond van de CMR is de wegvervoerder – kort gezegd – alleen aansprakelijk voor verlies/beschadiging van goederen tijdens het aan hem opgedragen transport en voor vertraging in de aflevering (art. 17 lid 1 CMR). In geval van verlies/schade is de schadevergoeding beperkt tot circa € 10,– per kilo en in geval van vertraging is de schadevergoeding beperkt tot de vrachtprijs (art. 23 lid 5 CMR). De claim in deze zaak zag echter op gevolgschade en die komt volgens art. 23 lid 4 CMR niet voor vergoeding in aanmerking, aldus het hof.

De opdrachtgever stapte naar de Hoge Raad en met succes. De Hoge Raad oordeelde dat de CMR niet voorziet “in een uitputtende regeling van de aansprakelijkheid van de vervoerder”.  De CMR ziet uitsluitend op aansprakelijkheid van de vervoerder voor verlies/schade aan goederen en voor vertraging in de aflevering. Voor andere schade dan deze kan de vervoerder aansprakelijk zijn op grond van het toepasselijke nationale recht, dus bijvoorbeeld Nederlands recht als dat van toepassing is. De CMR regelt niets over aansprakelijkheid voor onjuiste gegevensverstrekking en die aansprakelijkheid dient daarom naar Nederlands recht te worden beoordeeld. Duidelijkheidshalve voegt de Hoge Raad daar aan toe dat de Nederlandse regeling over aansprakelijkheid van wegvervoerders niet van toepassing is (art. 8:1095, 8:1096 en 8:1103 BW). De bekende beperking van aansprakelijkheid van de wegvervoerder is dus, zo meen ik, volgens de Hoge Raad ook niet van toepassing (art. 8:1105 BW).

De Hoge Raad maakt dus een tweedeling. Volgens de Hoge Raad is de CMR van toepassing op aansprakelijkheid wegens verlies/schade aan goederen en vertraging in de aflevering. Op aansprakelijkheid wegens andere oorzaken is niet de CMR maar nationaal recht van toepassing. Veel wegvervoerders gaan er nu nog van uit dat hun aansprakelijkheid voor schade in verband met grensoverschrijdend transport altijd beperkt is conform de CMR. Dat is dus niet juist. Mijn advies aan wegvervoerders is dan ook dat zijn hun algemene voorwaarden aanpassen zodat hun aansprakelijkheid ook wordt beperkt in die gevallen waarin de CMR niet van toepassing is.